De Hoge Raad oordeelt dat de tweejaarstermijn pas begint te lopen op het moment dat het hoger beroep is ingesteld en niet reeds op het moment dat de rechtbank uitspraak heeft gedaan. De heer X claimt dus vergeefs een immateriële schadevergoeding.

De heer X heeft vanuit het buitenland een (marge)auto naar Nederland overgebracht en deze doen registreren. In verband hiermee is door hem BPM op aangifte voldaan. Hof Arnhem-Leeuwarden sluit zich aan bij het compromis dat partijen op de zitting hebben gesloten, zijnde een korting van 4% op de gehanteerde handelsinkoopwaarde. X stelt in cassatie dat in hoger beroep de tweejaarstermijn is overschreden en hij claimt daarom alsnog een immateriële schadevergoeding.

De Hoge Raad oordeelt dat de tweejaarstermijn pas begint te lopen op het moment dat het hoger beroep is ingesteld (22 april 2015) en niet reeds op het moment dat de rechtbank uitspraak heeft gedaan (19 maart 2015). Aangezien het hof uitspraak heeft gedaan op 28 maart 2017 is de tweejaarstermijn niet overschreden. De heer X claimt dus vergeefs een immateriële schadevergoeding. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen