Belanghebbende, vof X, verricht koeriersdiensten. Als vennoten van vof X staan ingeschreven A en B en een zestigtal anderen. A heeft de dagelijkse leiding over vof X en B beschikt over de vakbekwaamheid beroepsgoederenvervoer. De overige vennoten treden op als chauffeur. In maart 2013 deelt de inspecteur vof X mede dat zij met ingang van 1 april 2013 aangifte loonheffingen moet doen voor al haar werkzame chauffeurs. Volgens de inspecteur kwalificeren de chauffeurs namelijk fiscaalrechtelijk niet als vennoten, maar staan zij in een (fictieve) dienstbetrekking tot de vof. Vof X gaat in beroep tegen de haar uiteindelijk opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen. Volgens de rechtbank heeft vof X voldoende realiteitsgehalte. Het beroep is gegrond. De naheffingsaanslagen worden vernietigd. De inspecteur komt in hoger beroep.
Hof Den Haag beslist dat de chauffeurs geen vennoten in vof X zijn omdat zij niet op voet van gelijkwaardigheid samenwerken met A en B. Er is sprake van een schijnconstructie. De chauffeurs zijn evenmin op andere grond aan te merken als ondernemer. Het hof laat in het midden of sprake is van een reguliere arbeidsovereenkomst aangezien het van oordeel is dat sprake is van een fictieve dienstbetrekking. De naheffingsaanslagen loonheffing zijn daarom terecht opgelegd. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 6
Wet op de loonbelasting 1964 4
Wet op de loonbelasting 1964 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 april