Belanghebbende, X bv, maakt deel uit van het Zweedse L-concern. X bv fungeert als houdstermaatschappij van circa 40 buitenlandse deelnemingen. Medio 2004 geeft het L-concern aan dat ze de Italiaanse concernvennootschap O van de Italiaanse beurs wil halen. Voor deze operatie is een bedrag van € 237 mln nodig. Om een en ander te bewerkstelligen richt de Italiaan Q, een adviseur van X bv, de Italiaanse vennootschap T op. X bv neemt vervolgens de aandelen T van Q over en via T worden de aandelen ingekocht. X bv stort hierbij € 237 mln in T. Het hiervoor benodigde bedrag van € 237 mln leent X bv van N, een concernvennootschap die treasury-activiteiten verricht. X bv brengt de over de lening verschuldigde rente van € 6,5 mln in aftrek. De inspecteur staat aftrek van de rente niet toe.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X bv een constructie heeft opgetuigd met het doel om een belangenwijziging te creëren. Het hof overweegt hierbij dat Q de aandelen in T alleen maar enige tijd in zijn bezit heeft gehad om te verhinderen dat aftrek van de rente, door de toepasselijkheid van art. 10a Wet VPB, zou worden beperkt. Verder is het hof nog van mening dat de gekozen opzet, het creëren van een belangenwijzing, niet strookt met de wil van partijen. Volgens het hof is het namelijk steeds de bedoeling geweest om het economische belang bij de aandelen T bij X bv te laten rusten, en niet bij Q. Ook is de storting van het bedrag van € 237 mln in T volgens het hof uitsluitend ingegeven door fiscale motieven. Het gelijk is dan ook aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 10a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 16 januari