Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door X ontvangen stamrechtuitkeringen na zijn emigratie naar de Verenigde Staten belast zijn in Nederland.

Belanghebbende, X, ontvangt in 2007 een ontslagvergoeding en brengt deze in in zijn stamrecht bv. In februari 2017 emigreert X naar de Verenigde Staten en vanaf 1 mei 2017 ontvangt hij stamrechtuitkeringen uit de bv, € 1.672.248 in 2017 en € 1.463.217 in 2018. In zijn aangiften IB/PVV 2017 en 2018 claimt X voorkoming van dubbele belasting voor de stamrechtuitkeringen. De inspecteur verleent geen voorkoming en brengt daarnaast belastingrente in rekening. In geschil is de vraag of de aanslagen en belastingrentebeschikkingen tot de juiste bedragen zijn vastgesteld.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt omdat de Belastingdienst in de correspondentie nooit een concreet standpunt heeft ingenomen waaraan vertrouwen kan worden ontleend. Volgens X was 52% van de ontslagvergoeding bedoeld als overbrugging tot zijn pensioen. Daarom moet dit deel volgens X worden beschouwd als een soortgelijke beloning als pensioen en belast worden in de Verenigde Staten. De omstandigheden dat X ten tijde van zijn vertrek nog vijftien dienstjaren had tot aan de pensioenleeftijd en de gehele ontslagvergoeding in de vorm van stamrechten is uitgekeerd in 2017 en 2018, duiden er naar het oordeel van de rechtbank op dat geen sprake is van een dergelijke overbrugging. X voldoet niet aan zijn bewijslast. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 19

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Editie: 22 november

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

1041

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen