Stichting X heeft als doelstelling om zonder winstoogmerk als een ‘trusted third party' de geestelijke gezondheidszorg te benchmarken op het gebied van behandeleffect en klanttevredenheid. X verzamelt gegevens met betrekking tot het inzichtelijk maken van de kwaliteit van zorginstellingen, en speelt daar een belangrijke rol in. Zij ontvangt een vergoeding voor haar diensten van J, de brancheorganisatie van alle zorgverzekeraars in Nederland. X voldoet op aangifte btw, en maakt daartegen bezwaar. In geschil is of X btw-ondernemer is, en of zij een btw-vrijstelling mag toepassen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X btw-ondernemer is. X verricht namelijk onder bezwarende titel een dienst (benchmarking). Deze dienst is volgens de rechtbank voor de btw-heffing aan te merken als één dienst. De rechtbank stelt vervolgens vast dat er sprake is van een rechtstreeks verband tussen de benchmarkdiensten van X en de vergoeding die zij daarvoor krijgt van J. Ook is volgens de rechtbank geen btw-vrijstelling van toepassing. De sociaal-culturele vrijstelling is niet van toepassing omdat de leveringen en diensten van X niet nauw samen met de sociale zekerheid, en X niet beschikt over de vereiste erkenning. De koepelvrijstelling is niet van toepassing omdat de prestaties van X niet rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van de prestaties door de zorginstellingen en de zorgverzekeraars, en de medische vrijstelling is niet van toepassing omdat X geen medische handelingen verricht, en ook geen ziekenhuis of inrichting van gelijke aard is. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 7