Het CBb legt een accountant-administratieconsulent de maatregel van berisping op omdat de succes fee die hij met een klant overeenkwam in strijd is met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels.
X, een accountant-administratieconsulent, krijgt door de Accountantskamer een maand doorhaling opgelegd. Volgens de Accountantskamer is de resultaatafhankelijke beloning (succes fee) die X met een klant overeenkwam naast declaratie van de werkzaamheden op basis van gewerkte uren maal tarief voor de begeleiding van diens tweede beroep op de fiscale inkeerregeling in strijd met de voor X geldende gedrags- en beroepsregels. X komt in hoger beroep.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelt X gedeeltelijk in het gelijk. Het CBb is het met de Accountantskamer eens dat X door op basis van gebrekkige informatie zijn voorstel tot de resultaatsafhankelijke beloning te doen het verwijt treft dat hij het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals is neergelegd in de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) heeft geschonden. Het CBb onderschrijft echter niet het oordeel van de Accountantskamer dat X het verwijt treft dat hij niet eerlijk en oprecht heeft gehandeld en misbruik heeft gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. Er zijn geen aanknopingspunten voor het oordeel dat X in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit zoals is bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, VGBA. In die zin is het hoger beroep gegrond. De tijdelijke doorhaling wordt vervangen door de maatregel van berisping.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Kantoren
Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Editie: 13 mei