Rechtbank Gelderland verklaart de beroepen tegen het niet tijdig doen van uitspraken op de bezwaren met betrekking tot de aanslagen waterschapsbelasting 2019 niet ontvankelijk.

X stelt beroep in wegens het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar en verzoekt om een dwangsom vast te stellen. Binnen acht weken doet de heffingsambtenaar uitspraken op bezwaar maar stelt geen dwangsom vast. Later in een brief motiveert de heffingsambtenaar waarom geen dwangsom is vastgesteld. X maakt hiertegen bezwaar. Vervolgens stelt X de heffingsambtenaar in gebreke omdat daarop geen uitspraak is gedaan en stelt X beroep bij de rechtbank in. Ook stelt X beroep in omdat de heffingsambtenaar geen dwangsom heeft vastgesteld wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar tegen de brief. Ondertussen heeft X de beroepen tegen de reële uitspraken op bezwaar ingetrokken.

Rechtbank Gelderland verklaart de beroepen tegen het niet tijdig doen van uitspraken op de bezwaren niet-ontvankelijk. Met het intrekken van de beroepsprocedures tegen de reële uitspraken op bezwaar zijn ook de geschillen over de dwangsommen ingetrokken. Het nemen van een dwangsombeschikking is geen beschikking op aanvraag in de zin van artikel 4:17, eerste lid, Awb. Daarom kan de heffingsambtenaar geen dwangsom verbeuren wegens het niet tijdig nemen van een dwangsombeschikking. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen