Hof Amsterdam oordeelt dat uit de jaarlijkse rapportage over de teakhoutplantage blijkt dat de participaties een waarde vertegenwoordigen. Dat ze (nog) niet tot enige opbrengst voor de beleggers hebben geleid, is niet van belang.

Belanghebbende, X, investeert via B bv in teakbomen. B bv gaat failliet in 2010. In zijn IB-aangifte 2013 kent X een waarde van nihil toe aan zijn teakhoutparticipaties voor de vermogensrendementsheffing.. De inspecteur corrigeert de aangifte en stelt de waarde vast op € 33.112.

Hof Amsterdam oordeelt dat uit de jaarlijkse rapportage over de teakhoutplantage blijkt dat de participaties een waarde vertegenwoordigen. Dat ze (nog) niet tot enige opbrengst voor de beleggers hebben geleid, acht het hof daarbij niet van belang. Ook wijst het hof er op dat de waarde uit het rapport lager is dan de waarde die de inspecteur hanteert. Het hof merkt ook nog op dat niet van belang is dat de kapopbrengst, die inmiddels is gerealiseerd, X nog niet heeft bereikt. Een nog niet ontvangen betaling op een vordering vormt namelijk ook een bezitting waaraan schattenderwijs een waarde moet worden toegekend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 oktober

Focus: Focus

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen