Belanghebbende, X, huurt een kantoorpand met een begane grond en eerste verdieping. De bovenverdieping bestaat uit een aantal afsluitbare kantoorkamers, een centrale ruimte, een pantry en sanitaire voorzieningen. X verhuurt de kantoorkamers in 2014 (door) aan drie bedrijven. De heffingsambtenaar legt de rioolheffing en OZB voor de bovenverdieping (één aanslag OZB en één aanslag rioolheffing) op aan X, maar daar is X het niet mee eens.
Hof Amsterdam oordeelt dat individuele kantoorkamers zonder eigen voorzieningen niet in de rioolheffing en OZB kunnen worden betrokken. De kantoorkamers waar het om gaat, zijn weliswaar afsluitbaar, maar beschikken niet over een eigen toilet of eigen gelegenheid voor het zetten van koffie en thee. Vanwege het ontbreken van deze voorzieningen zijn de kamers geen belastingobject voor de rioolheffing en de OZB. X is degene die deze onzelfstandige ruimten doorverhuurt aan derden en in die hoedanigheid terecht is aangeslagen voor de rioolheffing en de OZB. Dat X naar eigen zeggen niet meer de mogelijkheid heeft om de OZB en rioolheffing te verhalen omdat het gaat om oudere jaren, doet aan het voorgaande niet af. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar, het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 26 oktober