Belanghebbende, X, komt in beroep en hoger beroep tegen een WOZ-beschikking en een aanslag rioolheffing. In hoger beroep klaagt de gemachtigde van X erover dat de rechtbank hem ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld de zitting bij te wonen.
Hof Den Haag oordeelt dat vertraging door file geen reden is voor uitstel van de mondelinge behandeling van een zaak. De gemachtigde van X stelt dat hij de rechtbank tijdig telefonisch heeft geïnformeerd dat hij in de file stond en binnen 10 minuten zou arriveren. Toen hij uiteindelijk acht minuten te laat arriveerde, werd hem de toegang tot de zittingzaal geweigerd, terwijl de zaak nog niet was begonnen. Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt echter dat de gemachtigde pas verscheen na sluiting van het onderzoek ter zitting. De rechtbank mocht niet ervan uitgaan dat de gemachtigde ermee instemde dat de zitting in zijn afwezigheid doorgang zou vinden. De rechtbank moest ervan uitgaan dat de gemachtigde de zitting wilde bijwonen en een belangenafweging maken. De reden die de gemachtigde heeft aangevoerd voor zijn verlate aankomst, vormt echter geen gewichtige reden voor uitstel, zodat de rechtbank bij een juiste belangenafweging tot het oordeel had kunnen komen dat het algemeen belang van een doelmatige procesgang prevaleert en dus de zitting doorgang kon laten vinden. Het hoger beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:56