Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de WOZ-waarde gelet op de eigen aankoopprijs van de grond niet te hoog is vastgesteld.

Belanghebbende, X, koopt van de gemeente een stuk grond met bedrijfsbestemming voor de bouw van een bedrijfspand met inpandige woning. De koopsom bedroeg op 26 februari 2015 € 187.696 inclusief btw. In geschil is de WOZ-waarde 2016 die door de gemeente is vastgesteld op een bedrag van € 179.000. Rechtbank Noord-Nederland verlaagt de WOZ-waarde tot € 150.000, waarna de gemeente in hoger beroep gaat.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de WOZ-waarde gelet op de eigen aankoopprijs van de grond niet te hoog is vastgesteld. Het hof stelt voorop dat de waarde moet worden vastgesteld naar de staat van de onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar, dus met inachtneming van de omstandigheid dat de omgevingsvergunning was afgegeven en de fundering van de opstal in elk geval deels reeds aanwezig was. Omdat het pand na de bouw een courante niet-woning is, geschiedt de WOZ-waardering van het pand in aanbouw inclusief btw. De waarde wordt bepaald op de vervangingswaarde ex. art. 17 lid 4 Wet WOZ, dat wil in dit geval zeggen de marktwaarde van de grond vermeerderd met de waarde van de opstal. In dit geval vertegenwoordigt de gronduitgifteprijs volgens het hof de marktwaarde van de grond inclusief btw. Gelet op de eigen koopsom is de WOZ-waarde niet te hoog. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen