Belanghebbende, X, exploiteert een juwelierszaak. Zijn activiteiten bestaan naast de in- en verkoop van nieuwe sieraden en horloges uit de in- en verkoop van tweedehands goud en zilver van allerlei soorten en gehalten. In geschil is of de inspecteur terecht een informatiebeschikking aan X heeft opgelegd.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft gegeven aan een juwelier vanwege het niet voldoen aan de administratieplicht van art. 52 AWR. De administratie van X is niet controleerbaar op volledigheid. Dit geldt zowel voor de kas, als de inkoop-, voorraad- en verkoopadministratie. Hoewel administratieplichtigen enige vrijheid hebben bij de inrichting van hun administratie, stelt de inspecteur zich terecht op het standpunt dat een juwelier de aangekochte hoeveelheden, gehaltes en waarden van edelmetalen moet verantwoorden. Daarbij dienen primaire bescheiden te worden bewaard, moet op de inkoop een vorm van controle mogelijk zijn en een sluitend kasboek worden bijgehouden. Dit alles opdat de goederenbewegingen binnen de onderneming kunnen worden gecontroleerd. De inspecteur heeft geen vertrouwen gewekt over de aanvaardbaarheid van de boekhouding van X. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52