Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het ter beschikking stellen van paarden voor een wedstrijd geen dienst onder bezwarende titel is in de zin van art. 2 lid 1 onderdeel c Btw-richtlijn. Dit geldt echter alleen als op voorhand niet duidelijk is of de organisator een vergoeding uitbetaalt, dus onafhankelijk van de eindklassering in de wedstrijd.

Pavlína Baštová is onder meer actief op het gebied van het fokken en trainen van renpaarden. In haar stallen houdt zij eigen paarden, maar ook paarden van anderen die aan haar zijn toevertrouwd om op wedstrijden te worden voorbereid. Naast renpaarden houdt Baštová ook twee paarden die worden ingezet voor agrotoerisme en de training van jonge paarden, en fokmerries en veulens. In haar btw-aangifte brengt Baštová alle btw in aftrek op de door haar ontvangen belastbare goederenleveringen en diensten die betrekking hebben op de volgende activiteiten:

  • de voorbereiding van paarden op de wedstrijden en de deelname aan wedstrijden, met inbegrip van uitgaven voor inschrijfgelden, aanmeldingsgelden en bijstand tijdens de wedstrijden;

  • de verstrekking van verbruiksgoederen voor paarden, voer en rij-uitrusting;

  • de diensten van dierenartsen en het verstrekken van geneesmiddelen aan de paarden;

  • het elektriciteitsverbruik in de stallen;

  • het brandstofverbruik voor transport;

  • de levering van harkmachines voor de productie van hooi en veevoer en van tractoronderdelen, en

  • adviesdiensten betreffende de exploitatie van de stallen.

De ontvangen goederen en diensten hebben betrekking op haar eigen paarden en paarden van anderen. Verder past Baštová ook het verlaagde btw-tarief van 10 % toe voor de dienst ‘exploitatie van een renstal', die zij aan de andere paardeneigenaars verstrekt. De Tsjechische fiscus accepteert de integrale btw-aftrek niet, en is ook van mening dat het verlaagde tarief ten onrechte is toegepast. De Tsjechische rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het ter beschikking stellen van paarden voor een wedstrijd geen dienst onder bezwarende titel is in de zin van art. 2 lid 1 onderdeel c Btw-richtlijn. Dit geldt volgens het Hof van Justitie EU echter alleen als op voorhand niet duidelijk is of de organisator een vergoeding uitbetaalt, dus onafhankelijk van de eindklassering in de wedstrijd. Als op voorhand duidelijk is dat een deelnemer aan de wedstrijd, dus onafhankelijk van de eindklassering, een vergoeding zal ontvangen, dan is er volgens het Hof van Justitie EU wel sprake van een dienst onder bezwarende titel in de zin van art. 2 lid 1 onderdeel c Btw-richtlijn.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Dossiers: Agro

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 14 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen