Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de heer X bij zijn aanhouding reeds enkele jaren in Nederland woonde en vanuit de woning in cocaïne handelde.

De heer X heeft de Italiaanse nationaliteit en wordt in 2009 aangehouden in een huurwoning in Nederland. X wordt verdacht van betrokkenheid bij een zesvoudige moord in Duitsland. Deze moord is gepleegd in 2007 en is onderdeel van een langdurige vete binnen de Italiaanse maffia. Bij de aanhouding van X is veel contant geld en een aantal dure horloges in beslag genomen. De inspecteur stelt dat X in 2007, 2008 en 2009 inwoner van Nederland was en dat het in beslag genomen geld is verdiend met de handel in cocaïne. In geschil zijn de IB-aanslagen over 2007, 2008 en 2009, alsmede de vergrijpboetes van 50%.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X bij zijn aanhouding reeds enkele jaren in Nederland woonde. In 2006 en 2007 was X namelijk enige tijd gedetineerd in Italië en daarna heeft X in Duitsland een pizzeria geëxploiteerd. X stelt met succes dat hij op het moment van zijn aanhouding nog maar vijftien dagen in Nederland verbleef. Voorts is de vermeende handel in cocaïne niet onderbouwd met concreet bewijs. De beroepen van X zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 14 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen