Belanghebbende, X, is door zijn werkgever, A bv, op non-actief gesteld met behoud van salaris. X verrichtte in het jaar 2013 geen werkzaamheden meer voor A bv maar ontving wel salaris. In zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2013 geeft X dit salaris aan als inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking en claimt hij arbeidskorting hierover. Bij de aanslagregeling over het jaar 2013 heeft de inspecteur het inkomen van X van A bv aangemerkt als inkomsten uit vroegere dienstbetrekking en wordt de arbeidskorting betreffende deze post gecorrigeerd. X komt in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat niet in geschil is dat X inkomen van A bv heeft genoten zonder daarvoor arbeid te hoeven verrichten. Die beloning houdt geen verband met bepaalde in het jaar 2013 verrichte arbeid en er is geen sprake van inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking zodat terecht geen arbeidskorting over dit inkomen is verleend. De rechtbank is het niet met X eens dat hij ten onrechte anders wordt behandeld dan een werknemer die in dienstbetrekking ziek thuis is maar wel recht houdt op arbeidskorting. Voor dergelijke gevallen heeft de wetgever een speciale regeling in het leven geroepen. Artikel 8.1, tweede lid, onderdeel c, Wet IB 2001 bepaalt dat tot het arbeidsinkomen tevens wordt gerekend het loon genoten ingevolge de Ziektewet. Volgens de rechtbank kan niet worden gezegd dat een werknemer als X die op non actief is gesteld, en een werknemer die ziek is, gelijke gevallen zijn. De wetgever kan die gevallen dus verschillend behandelen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 november