Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur met de BVR-match aannemelijk maakt dat de heer X rekeninghouder bij Van Lanschot Bankiers te Luxemburg is (geweest) en dat er dus voldoende aanleiding was om hem nadere inlichtingen te vragen.

 

De heer X (belanghebbende) heeft een Duits klinkende achternaam en is gehuwd met mevrouw G. Volgens de inspecteur blijkt uit Belgische renseignementen dat X houder is (geweest) van een rekening bij de Van Lanschot Bankiers in Luxemburg met een fors saldo. In het geautomatiseerde systeem Beheer van Relaties van de Belastingdienst (BVR-systeem) komt namelijk slechts één persoon met de achternaam en voorletters van X voor en deze persoon is gehuwd met G. X weigert vervolgens nadere inlichtingen te verstrekken over de rekening. De inspecteur stelt dat X hiermee niet voldoet aan zijn inlichtingenplicht en legt dit op de voet van art. 52a AWR voor 2008 tot en met 2010 vast in voor bezwaar en beroep vatbare informatiebeschikkingen. Zodra deze beschikkingen onherroepelijk vast staan, is voor de betreffende jaren omkering en verzwaring van de bewijslast mogelijk. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur met de BVR-match aannemelijk maakt dat X rekeninghouder bij VLB is (geweest). X stelt vergeefs dat op de renseignementen ook namen kunnen voorkomen van Duitse rekeninghouders met rekeningen in Nederlandse guldens. Volgens de begeleidende Nota bij de renseignementen heeft de informatie namelijk betrekking op Nederlandse natuurlijke- en rechtspersonen. Er was dus voldoende aanleiding om aan X nadere inlichtingen omtrent de rekening te vragen en X voldoet door zijn weigering niet aan zijn inlichtingenplicht. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 28 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen