Rechtbank Breda oordeelt dat er geen sprake is van strijdigheid met het gemeenschapsrecht, zodat de naheffing terecht is opgelegd.

De heer X woont in Nederland en maakt aldaar gebruik van de weg met een niet in Nederland geregistreerde personenauto. De auto heeft een Bulgaars kenteken en is ter beschikking gesteld door een Bulgaars bedrijf, die de auto least van een Bulgaarse maatschappij. Naar aanleiding van de aan X opgelegde naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting is in geschil of deze belasting in strijd is met het Europese recht.

Rechtbank Breda oordeelt dat er in casu geen sprake is van strijdigheid met het gemeenschapsrecht, zodat de naheffing terecht is opgelegd. Hiertoe wordt verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 2 maart 2012, nr. 10/00348, V-N 2012/14.20. Volgens de Hoge Raad is de motorrijtuigenbelasting namelijk geen eenmalige registratiebelasting en bestaat er bij een eventuele kortere belastingplicht dan over drie maanden aanspraak op teruggaaf van het nog niet verstreken deel van dat tijdvak. Het beroep van X is ongegrond. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Breda

3

Gerelateerde artikelen