Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X met de enkele overlegging van bankafschriften, waaruit blijkt dat de Belgische eigenares aldaar twee keer brandstof heeft getankt, niet aannemelijk maakt dat de auto hem in het naheffingstijdvak niet feitelijk ter beschikking heeft gestaan.

De heer X woont in Nederland. Op 25 augustus 2016 wordt geconstateerd dat X met een Seat Leon met Belgisch kenteken hier gebruik maakt van de weg. Voor de auto is geen motorrijtuigenbelasting betaald. In geschil is de naheffing over het tijdvak 1 maart 2016 tot en met 24 augustus 2016 van € 597, alsmede de 100% verzuimboete. Rechtbank Gelderland vermindert de boete tot € 59. X stelt in hoger beroep dat de Belgische eigenares, mevrouw C, bij hem op visite was en dat hij de auto alleen even had geleend om eten op te halen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met de enkele overlegging van bankafschriften, waaruit blijkt dat C op 8 juli 2016 en 22 augustus 2016 in België brandstof heeft getankt, niet aannemelijk maakt dat de auto hem in het naheffingstijdvak niet feitelijk ter beschikking heeft gestaan. Zo zijn geen kopieën overgelegd van bijvoorbeeld een Belgische garagenota of verzekeringspolis die betrekking hebben op het naheffingstijdvak. Ook is niet duidelijk geworden hoe vaak C in het naheffingstijdvak op visite was bij X. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 13

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen