Mevrouw X claimt in haar IB-aangiften over 2013, 2014 en 2015 aftrek van specifieke zorgkosten, scholingsuitgaven en giften. De aanslag over 2013 is opgelegd conform de aangifte. De aangifte over 2014 is uitsluitend gecorrigeerd met betrekking tot de hoogte van het loon. Naar aanleiding van de aanslagregeling over 2016 worden de aangiften over 2013 en 2014 alsnog beoordeeld. In geschil is of terecht over 2013 en 2014 is nagevorderd en of de aangifte over 2015 bij de aanslagregeling is gecorrigeerd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur destijds niet verplicht was om de verzorgd ogende aangiften van 2013 en 2014 nader te onderzoeken. Bovendien gaat het bij de aftrekken niet om ongebruikelijk hoge bedragen. De inspecteur heeft dus wel een nieuw feit. Met een verklaring van de huisarts waarin staat dat een kind van X een uitstulpsel op het achterhoofd heeft waarvoor extra kussens en een aangepaste bedbodem noodzakelijk is, maakt X uitsluitend aannemelijk zij recht heeft op aftrek van € 310 voor de aanschaf van extra beddengoed. Voor het overige kan X geen betalingsbewijzen overleggen. De giftenaftrek voor vrijwilligerswerk ten behoeve van de Stichting Global Human Rights is ook terecht gecorrigeerd. In de jaarstukken van de stichting zijn namelijk geen concrete aanknopingspunten te vinden voor de door X gedane giften. De beroepen van X zijn deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.34
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 13 augustus