Het HvJ EU oordeelt dat Denemarken zich mag verzetten tegen het door Danfoss ingediende verzoek om teruggaaf van een onverschuldigd betaalde heffing.

Danfoss A/S gebruikt smeeroliën in haar productieproces. Zij koopt de smeeroliën van een aantal Deense oliemaatschappijen. Deze oliemaatschappijen moesten aan de Deense staat accijns op de smeerolie betalen, die zij op Danfoss afwentelden. In verband met het Braathens-arrest van het Hof van Justitie EU (HvJ EU) – waarin het HvJ oordeelde dat de heffing van accijns op smeeroliën in strijd met het EU-recht was – vordert Danfoss de op haar afgewentelde accijns terug. De Deense Belastingdienst weigert terugbetaling van de accijns, omdat volgens haar tot het Braathens-arrest de strijdigheid van de accijns op smeeroliën met het Unierecht niet zodanig duidelijk was dat de heffing ervan tot aansprakelijkheid van de Deense staat zou kunnen leiden. De Deense rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat Denemarken zich mag verzetten tegen het door Danfoss – als afnemer waarop de heffing is afgewenteld – ingediende verzoek om teruggaaf van een onverschuldigd betaalde heffing. Volgens het HvJ EU is Danfoss namelijk niet degene die de heffing aan de Belastingdienst heeft afgedragen. Het HvJ EU wijst er hierbij op dat Danfoss langs civielrechtelijke weg het onverschuldigd betaalde van de belastingplichtige kan terugvorderen. Daarbij moet de terugbetaling van de onverschuldigd betaalde heffing door de belastingplichtige volgens het HvJ EU in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk zijn. Het vorenstaande geldt op gelijke wijze voor de vordering tot schadevergoeding van Danfoss.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

5

Gerelateerde artikelen