Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende zijn pensioenaanspraak niet heeft afgekocht in 2013 maar dat deze wel in dat jaar voorwerp van zekerheid is geworden.
X heeft alle aandelen Holding, een pensioenaanspraak jegens Holding en een lening bij Holding met een kredietplafond van € 2 miljoen. In 2012 overschrijdt de lening dit kredietplafond en in 2013 wordt duidelijk dat de lening blijvend het kredietplafond overschrijdt. Er staan geen zekerheden tegenover de lening waardoor deze onzakelijk is geworden. De inspecteur legt een navorderingsaanslag IB/PVV 2013 op, waarbij hij de pensioenaanspraak tot het loon rekent. In geschil is of de waarde van de pensioenaanspraak in 2013 is belast, omdat deze is afgekocht dan wel voorwerp van zekerheid is geworden.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen sprake is van afkoop, aangezien Holding ook na 2013 verplicht en in staat blijft de verschuldigde pensioenuitkeringen aan X te voldoen. Holding heeft immers een vordering op X en zij kan de verschuldigde pensioentermijnen voldoen door ze daarmee te verrekenen. Dat Holding niet in staat is de over de pensioentermijnen verschuldigde loonheffing af te dragen staat hieraan niet in de weg. Het hof acht aannemelijk dat X in 2013 zijn schuld niet kon aflossen zonder zijn pensioenuitkeringen daarvoor aan te wenden. Daarmee is de pensioenaanspraak in 2013 feitelijk voorwerp van zekerheid geworden. X’ stelling dat dit reeds eerder het geval was, verwerpt het hof. Ten slotte heeft de inspecteur de waarde van de pensioenaanspraak correct vastgesteld.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Wet op de loonbelasting 1964 19b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel