Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. In de VSO is namelijk slechts opgenomen onder welke voorwaarden de inspecteur een ambtshalve teruggaaf zal verlenen, en is niet geregeld dat geen bezwaar hoeft te worden gemaakt.

X is arts. In verband met een geschil over de btw van X en diverse collega’s is door diverse belangenorganisaties van artsen overleg gevoerd met het Ministerie van Financiën. Uiteindelijk sluiten de partijen een VSO. X weigert echter om de VSO te ondertekenen. In de bezwaarfase komt de inspecteur tegemoet aan het verzoek van X om teruggaaf van de btw te verlenen voor het eerste kwartaal 2013 en het eerste tot en met het derde kwartaal 2015. De inspecteur verklaart de bezwaren tegen de btw-aangiften over het tweede kwartaal van 2013 tot en met het vierde kwartaal van 2014 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Volgens de rechtbank kan het beroep van X op de VSO daar namelijk niet toe leiden. In de VSO is namelijk slechts opgenomen onder welke voorwaarden de inspecteur een ambtshalve teruggaaf zal verlenen. In de VSO is niet geregeld dat geen bezwaar hoeft te worden gemaakt. Verder stelt de rechtbank vast dat er geen VSO tot stand is gekomen tussen X en de inspecteur. Ten aanzien van de beroepen met betrekking tot het eerste kwartaal 2013 en het eerste tot en met het derde kwartaal 2015 merkt de rechtbank op dat deze niet-ontvankelijk zijn. De inspecteur is immers volledig tegemoet gekomen aan de bezwaren van X.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 januari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen