Hof Arnhem overweegt dat de bestrating van het looppad bij X' woning niet op medisch voorschrift is geschied. Een mondeling of schriftelijk voorschrift voor aanvang werkzaamheden is niet aannemelijk gemaakt.
Vanwege de fibromyalgie waaraan X sinds eind 2006 lijdt worden het bij zijn woning behorende looppad en terras (hierna: looppad) bestraat. X trekt een deel van de kosten daarvan af als ziektekosten (hulpmiddel). Ook brengt X in die aangifte (extra) autokosten in verband met zijn ziekte in aftrek en extra uitgaven voor kleding- en beddengoed. Daarnaast heeft X een negatief resultaat uit overige werkzaamheden opgevoerd. De inspecteur is het hier niet mee eens en hij corrigeert de betreffende aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2007. Het beroep van X wordt door Rechtbank Arnhem ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.Hof Arnhem overweegt dat X er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat een medewerker van de Belastingdienst hem heeft toegezegd dat in het jaar 2007 een negatief resultaat eenmalig in aanmerking zou worden genomen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Wat betreft de kosten van het looppad overweegt het hof dat artikel 20a Uitv.besl IB 2001 aldus moet worden uitgelegd dat aanpassingen slechts op medisch voorschrift hebben plaatsgevonden indien dat medisch voorschrift mondeling en/of schriftelijk is gegeven voordat de aanpassingen zijn uitgevoerd. Het hof overweegt vervolgens dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bestrating van het looppad op medisch voorschrift heeft plaatsgevonden. De verklaring van de huisarts van 23 juni 2011 en de aarzelende toelichting van X daarop ter zitting, vindt het hof onvoldoende om, mede gelet op de tijd die is verstreken tussen het gestelde mondelinge voorschrift en de schriftelijke vastlegging daarvan, tot de slotsom te komen dat de bestrating van het looppad op medisch voorschrift is geschied. De kosten zijn niet aftrekbaar. Het hof overweegt dat ook (een deel) van de opgevoerde autokosten en extra kosten voor kleding en beddengoed terecht niet in aftrek zijn toegelaten. Het hoger beroep is ongegrond.
0