Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is ten aanzien van de griffier, aangezien alleen rechters gewraakt kunnen worden. De gronden waarop X zijn verzoek tot wraking van de rechters doet steunen, kunnen niet tot de conclusie leiden dat deze partijdig zijn of dat de bij X bestaande vrees daartoe objectief gerechtvaardigd is.

De heer X tekent hoger beroep aan tegen een uitspraak van Rechtbank Gelderland. De zitting vindt plaats op 30 januari 2019. Op 18 maart 2019 wraakt X per fax de drie raadsheren, alsmede de griffier. De rechters zijn volgens X partijdig en zouden zich schuldig maken aan valsheid in geschrifte en samenspanning met de Belastingdienst. Als redenen noemt X dat op de zitting gebruik is gemaakt van het verweerschrift d.d. 26 juni 2018 van de inspecteur dat geruime tijd is ingediend na afloop van de hogerberoepstermijn. Gelet op het datumstempel '11 juni 2017' zou het verweerschrift bovendien reeds geruime tijd vóór de zitting in ontvangst zijn genomen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is ten aanzien van de griffier, aangezien alleen rechters gewraakt kunnen worden. De gronden waarop X het verzoek tot wraking van de rechters doet steunen, kunnen niet tot de conclusie leiden dat deze partijdig zijn of dat de bij X bestaande vrees daartoe objectief gerechtvaardigd is. De beroepstermijn van zes weken is namelijk niet van toepassing op het door het hof bij de inspecteur opgevraagde verweerschrift. Het datumstempel '11 september 2017' is bovendien de datum van binnenkomst bij de rechtbank en niet de datum van binnenkomst bij het hof. Het wrakingsverzoek treft ook voor het overige geen doel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 mei

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen