Rechtbank Zeeland-West-Brabant handhaaft de naheffingsaanslag loonheffingen in verband met uitbetaling zwarte lonen voor grondwerkzaamheden maar vermindert de opgelegde vergrijpboete.
Belanghebbende, X, verricht middels zijn bedrijf A, grondwerkzaamheden voor de aanleg van glasvezelnetwerken. X verricht samen met werknemers van A werkzaamheden voor B bv, voor een Duitse opdrachtgever. Daarvoor treden X en de werknemers een periode in loondienst bij B bv die deze arbeidskrachten rechtstreeks betaalt. Afgesproken wordt dat afhankelijk van de prestaties van de in dienst genomen arbeidskrachten A een bedrag in rekening brengt aan B bv. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffingen met een vergrijpboete op. Er zou, onder andere, sprake zijn van zwarte lonen. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast omdat niet de vereiste aangiften zijn gedaan.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt het standpunt van de inspecteur dat sprake is van zwart loon, dat is betaald door A aan werknemers in verband met de werkzaamheden voor B bv, niet onredelijk. De correctie heeft niet naar willekeur plaatsgevonden en X slaagt er niet in aan te tonen dat deze te hoog is. De naheffingsaanslag wordt gehandhaafd. De boete wordt wel gematigd met 20% omdat de naheffingsaanslag is opgelegd met omkering en verzwaring van de bewijslast en nog eens met 5% vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het beroep van X is in die zin gegrond.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 mei