A-G Wattel adviseert tot verwijzing in procedure inzake kansspelbelasting bij internetpoker gespeeld bij buitenlandse aanbieders.
X woont in Nederland. Via internet speelt hij bij verschillende buitenlandse aanbieders internetpoker en behaalt daarmee in februari 2014 een positief resultaat. Volgens X heeft hij daar ten onrechte op aangifte kansspelbelasting (ksb) over afgedragen. In deze procedure gaat het om de vragen (i) waar de ‘houders’ van de door de X gespeelde internetspelen zijn gevestigd en (ii) of, hoe en in welke mate negatieve pokerresultaten bij EU-aanbieders buiten de heffing blijven dan wel verrekend worden met positieve EU- of derdelandenresultaten. Volgens Hof Den Haag is X geen ksb verschuldigd. Naar aanleiding van het door de staatssecretaris ingestelde beroep in cassatie heeft Advocaat-Generaal (A-G) Wattel een conclusie genomen.
De A-G meent met betrekking tot de eerste vraag (vestigingsplaats) dat het hof uitgegaan lijkt te zijn van de vestigingsplaats van de aanbieder of de gelegenheidgever als beslissend en niet van die van de maatstaf uit het later gewezen arrest Hoge Raad V-N 2018/16.22 (waar is de ‘houder’ gevestigd?). Verwijzing moet volgen om te bezien of de aanbieder/gelegenheidgever in casu samenvalt met de ‘houder’. Omdat dit feitenonderzoek kan leiden tot vaststelling van een negatief EU-saldo, gaat de A-G ook in op de tweede vraag naar de verrekening van EU-verliezen met derdelandenwinst. Volgens de A-G blijft alleen de saldomethode over als zowel EU-rechtskundig als nationaal-rechtskundig correct. Een overall negatief EU-saldo wordt afgetrokken van een overall positief derdelandensaldo. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep gegrond te verklaren en te verwijzen voor feitelijk onderzoek.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Kansspelbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 25 september