Hof Amsterdam oordeelt dat X Ltd. in Nederland is gevestigd. De feitelijke leiding van X Ltd. wordt namelijk in Nederland uitgeoefend. Ook is er sprake van een fictieve dienstbetrekking. De inspecteur heeft terecht een naheffingsaanslag opgelegd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

P en B zijn de gevolmachtigden van R cv. X Ltd., belanghebbende, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, is beherend vennoot van R cv. P heeft de organisatiestructuur waar X Ltd. deel van uitmaakt, gekocht via Q Juristen. R cv drijft een in Nederland gevestigde onderneming en houdt zich bezig met het vernieuwen en renoveren van woningen en 24 uur per dag service voor calamiteiten, waaronder overstromingen, verstoppingen en ernstige lekkages. De activiteiten van R cv worden (onder meer) verricht door P en B. In 2013 stelt de Belastingdienst een boekenonderzoek in bij X Ltd. Uit dit boekenonderzoek blijkt dat:

de feitelijke leiding van X Ltd. zich in Nederland bevindt;

de aandelen in X Ltd. moeten worden toegerekend aan P en B;

de gebruikelijkloonregeling op P en B van toepassing is, en

X Ltd. inhoudingsplichtig is ten aanzien van de gebruikelijkloonregeling.

De inspecteur legt vervolgens een LB-naheffingsaanslag op aan X Ltd. In geschil is of X Ltd. terecht als inhoudingsplichtige voor de loonheffing is aangemerkt.

Hof Amsterdam (MK III, 14 november 2017, 16/00383, V-N Vandaag 2017/2911) oordeelt dat X Ltd. in Nederland is gevestigd. Volgens het hof wordt de feitelijke leiding van X Ltd. namelijk in Nederland uitgeoefend. Het hof overweegt daarbij dat P en B, die in Nederland wonen, leiding hebben gegeven aan X Ltd., en dat zij hun leidinggevende werkzaamheden ook in Nederland hebben verricht. Vervolgens stelt het hof vast dat sprake is van een fictieve dienstbetrekking, en dat de gebruikelijkloonregeling van toepassing is. Het hof vermindert de naheffingsaanslag uiteindelijk nog wel, omdat voor het gebruikelijk loon van P een te hoog bedrag in aanmerking is genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Wet op de loonbelasting 1964 6

Wet op de loonbelasting 1964 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen