De Hoge Raad oordeelt dat boeterente die is betaald bij het oversluiten van een lening ter financiering van een eigen woning onmiddellijk aftrekbaar is voor zover die boeterente zakelijk is. Het hof heeft dit miskend.
X leent € 100.000 van zijn bv om te gebruiken voor zijn eigen woning. In december 2016 lost X € 25.000 af op de lening. In verband hiermee brengt de bv € 34.000 aan boeterente in rekening. Per 1 januari 2017 verstrekt de bv een lening van € 50.000 aan X in verband met de eigen woning. X brengt de boeterente in aftrek in zijn IB-aangifte 2016. De inspecteur is echter van mening dat de boeterente niet aftrekbaar is. Hof Den Haag oordeelt dat geen sprake is van boeterente maar van vooruitbetaalde rente. Deze vooruitbetaalde rente is niet aftrekbaar in 2016. De stelling van X dat de tweede lening een herfinanciering van de eerste lening betreft, kan hem niet baten. De boeterente moet namelijk worden aangemerkt als, niet-aftrekbare, vooruitbetaalde rente. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat boeterente die is betaald bij het oversluiten van een lening ter financiering van een eigen woning onmiddellijk aftrekbaar is voor zover die boeterente zakelijk is. Het hof heeft dit miskend. De Hoge Raad verwijst de zaak daarom naar Hof Amsterdam. Dit hof moet onderzoeken of sprake is van een herfinanciering van de eerste lening. De boeterente is dan in 2016 aftrekbaar voor zover die met het oog op een dergelijke herfinanciering zakelijk is. De stelling van X dat het hof de boeterente ten onrechte heeft aangemerkt als vooruitbetaalde rente is weliswaar juist, maar leidt niet tot cassatie. Het hof heeft namelijk geoordeeld dat in 2016 geen sprake is geweest van aflossing van de eigen woningschuld.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 20 november
Informatiesoort: VN Vandaag
Focus: Focus