X is het niet eens met vier legesaanslagen die de gemeente Hellevoetsluis hem heeft opgelegd. X stelt in cassatie dat het aan de legesaanslagen klevende (bevoegdheids)gebrek, anders dan Hof Den Haag heeft geoordeeld, niet kan worden hersteld door het doen van uitspraak op bezwaar door de bevoegde heffingsambtenaar, omdat de aanslagtermijn op dat moment reeds was verstreken.
De Hoge Raad verbindt geen consequenties aan het niet publiceren van het aanwijzingsbesluit heffingsambtenaar door de gemeente. De Hoge Raad stelt voorop dat het oordeel van het hof dat het aanwijzingsbesluit is vastgesteld door de gemeente geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige in cassatie niet op juistheid worden getoetst. Het is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Dit neemt niet weg dat aan het aanwijzingsbesluit een formeel gebrek kleeft doordat het niet op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Nu X hierdoor niet is benadeeld als bedoeld in art. 6:22 Awb, heeft het ontbreken van deze bekendmaking geen gevolgen. Hierbij merkt de Hoge Raad op dat van een benadeling geen sprake is wanneer de belanghebbende een voordeel ontgaat doordat, zou het aan het besluit klevende gebrek niet worden geheeld, door tijdsverloop niet opnieuw een aanslag kan worden opgelegd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Algemene wet bestuursrecht 3:42