Dijsselbloem komt tot de conclusie dat de maatregel geen ongeoorloofde staatssteun is. Een maatregel moet voldoen aan vier voorwaarden om als staatssteun te worden aangemerkt. Allereerst moet er sprake zijn van staatsmiddelen. Voorts moet de maatregel leiden tot een voordeel voor ondernemingen. Vervolgens moet de maatregel selectief zijn en ten slotte moet de maatregel leiden tot potentiële concurrentieverstoring en ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer binnen de interne markt. Dijsselbloem komt tot de conclusie dat niet aan alle vier voorwaarden wordt voldaan en van staatssteun geen sprake is.
[Nieuwsbron][Nieuwsbron][Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 9 november