Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij niet een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in Nederland heeft verricht. Hij maakt niet aannemelijk dat hij minder dan 25% van zijn arbeidstijd in Nederland heeft verricht.

X verricht in dienstbetrekking werkzaamheden op binnenvaartschepen die ook worden ingezet voor het vervoer van goederen in de binnenwateren van de Rijnoeverstaten. Van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012 werkt hij voor een Cypriotische werkgever. In geschil is of X voor de periode 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012 verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij niet een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in Nederland heeft verricht. Hij maakt niet aannemelijk dat hij minder dan 25% van zijn arbeidstijd in Nederland heeft verricht. Daarbij is van belang dat X slechts het vaartijdenboek van 2013 heeft overgelegd en niet het vaartijdenboek van 2012. De mededeling van X dat het vaarbeeld in 2013 hetzelfde is als in 2012, is onvoldoende. De inspecteur heeft X dan ook voor de periode 1 juli 2012 - 31 december 2012 terecht in de Nederlandse premieheffing betrokken. Verder is er geen ruimte om de op het Cypriotische loon ingehouden premies met de Nederlandse premieheffing te verrekenen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 16 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen