De Tweede Kamer heeft op 16 februari 2017 ingestemd met het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet. Het wetsvoorstel werd als hamerstuk afgedaan. Daaraan voorafgaande stuurde de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog de derde nota van wijziging naar de Tweede Kamer.

Hierin wordt geregeld dat de termijn van zes maanden waarin rekening gehouden mag worden met hogere dan normale woonlasten, nogmaals met maximaal zes maanden kan worden verlengd. Verder wordt vastgelegd dat in gevallen waarin de beslagvrije voet hoger is dan 95% van het beslagen inkomen de beslagvrije voet op 95% van het netto-inkomen van de schuldenaar zelf kan worden vastgesteld. Op deze wijze wordt geregeld dat het principe dat een ieder zonder meer 5% van zijn netto-inkomen dient in te zetten voor de aflossing van zijn schulden, in alle gevallen geldt.

Met dit wetsvoorstel moet de berekening van de beslagvrije voet eenvoudiger worden. Ook wordt het proces van beslaglegging zodanig ingericht dat beslagleggende partijen beter op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 17 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen