Hof Leeuwarden-Arnhem oordeelt in hoger beroep dat de heer X recht heeft op wettelijke rente over de vergoeding van het griffierecht in eerste aanleg. De opdracht tot het uitbetalen van de vergoeding neemt namelijk doorgaans zes tot acht weken in beslag.

De heer X biedt een Nissan Micra per ongeluk voor de sloop aan. De sloopverklaring is later door de RDW ingetrokken. Na afmelding voor de sloop vraagt X opnieuw een kenteken aan en voldoet € 463 BPM. Na bezwaar krijgt X een teruggaaf van € 463 en een bezwaarkostenvergoeding van € 246. Volgens Rechtbank Gelderland heeft X ook recht op € 12 belastingrente in verband met de teruggaaf. X krijgt daarom zijn griffierecht vergoed en de proceskosten van € 1002. X gaat in hoger beroep. Wegens herhaald beledigend taalgebruik mag zijn gemachtigde X later niet meer bijstaan. X reageert hier niet op en verschijnt ook niet op de zitting.

Hof Leeuwarden-Arnhem oordeelt dat de rechtbank had moeten bepalen dat X recht heeft op wettelijke rente over de vergoeding van het griffierecht (zie HR 21 december 2018, 17/04504, V-N 2019/2.15). De inspecteur verklaart namelijk dat de opdracht tot het uitbetalen van de griffierechtvergoeding doorgaans zes tot acht weken in beslag neemt. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond. X krijgt een proceskostenvergoeding van € 525, zijnde één punt voor het indienen van het hoger beroep met de wegingsfactor 1.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen