De reikwijdte van de conditionele eindafrekening in de dividendbelasting uit het initiatiefwetsvoorstel van Kamerlid Snels (GL) wordt uitgebreid tot aandeelhouders in alle (top)vennootschappen die ‘vertrekken’ naar een kwalificerende staat, ongeacht de omvang van het concern waartoe die (top)vennootschap behoort. Daarnaast wordt de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel beperkt tot vrijdag 18 september 2020, 12.00 uur. Dat staat in de nota van wijziging die Snels aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Snels geeft ook twee verduidelijkingen van het wetsvoorstel. In de eerste plaats worden degenen die vlak vóórafgaand aan het ‘vertrek’ van de vennootschap aandeelhouder zijn in de vennootschap, als belastingplichtigen aangemerkt ten aanzien van de geconserveerde winstuitdeling. Over de voorgestelde conditionele eindafrekeningsuitdeling zal dus, net zoals over reguliere dividenden, dividendbelasting worden geheven van de aandeelhouders. De vennootschap zelf is dus niet de belastingplichtige. Snels wil (i) de heffingsmethode, (ii) de wijze van invordering, (iii) de ‘draagplicht’ van de aandeelhouders voor de ingevorderde dividendbelastingschuld en (iv) de rechtsbescherming van de vennootschap en aandeelhouders door middel van een wijziging van het voorstel nader regelen. De voorgestelde eindafrekeningsverplichting gaat niet gelden voor regionale hoofdkantoren van buitenlandse multinationals. In deze situaties geldt de inhoudingsvrijstelling.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 22 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen