De heer X doet in 2010 spontaan IB-aangifte over 2007, waarin aftrek van ziektekosten en scholingsuitgaven wordt geclaimd. In reactie hierop stelt de inspecteur dat zal worden afgeweken van de aangifte en dat aanvullend € 70.000 als winst uit onderneming belast zal worden. X verricht namelijk administratieve werkzaamheden en verzorgt aangiften voor derden, verricht loonbetalingen aan/voor derden en bemiddelt bij het afsluiten van hypotheken. Dit zou zijn gebleken bij een boekenonderzoek. Op de zitting biedt de inspecteur aan om na de zitting de achterliggende stukken van de controleur te verstrekken.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het late bewijsaanbod alleen is gerechtvaardigd als op de zitting nieuwe feiten en omstandigheden naar voren zijn gebracht die een ander licht op de zaak werpen. Hier is echter geen sprake van, zodat het bewijsaanbod wordt gepasseerd. Omkering en verzwaring van de bewijslast is ook niet aan de orde. Er is namelijk geen informatiebeschikking en X heeft spontaan aangifte gedaan. Zonder verplichting tot het doen van aangifte kan geen sprake zijn van het niet doen van een vereiste aangifte (vergl. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 juni 2016, nr. 15/1600, V-N 2016/66.5). De inspecteur beschikt ter zake van de correctie van € 70.000 slechts over (veronder)stellingen, zonder dat deze hun grond vinden in vaststaande feiten. De aard en het beloop van de gestelde inkomsten is dus niet aannemelijk gemaakt, laat staan de fiscale kwalificatie daarvan. De aanslag kan op dit punt dus geen stand houden. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 4 mei