Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat X inkomsten heeft genoten die niet in de aangiften zijn verantwoord. De rechtbank past omkering van de bewijslast toe. De rechtbank vindt de schattingen redelijk en niet willekeurig. X is niet in de verzwaarde bewijslast geslaagd.

Belanghebbende, X, drijft een klusbedrijf in de vorm van een eenmanszaak. Aan hem zijn navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw met boeten opgelegd over de jaren 2009 t/m 2012.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat X inkomsten heeft genoten die niet in de aangiften zijn verantwoord. De inspecteur heeft dit aannemelijk gemaakt aan de hand van de derdenonderzoeken, een onderzoek bij X zelf en de gedetailleerde vermogensvergelijkingen die hij heeft opgesteld. Deze vermogensvergelijkingen resulteren in negatieve kassen van aanzienlijke omvang. De rechtbank past omkering van de bewijslast toe en vindt de schattingen van de inspecteur redelijk en niet willekeurig. X is niet in de verzwaarde bewijslast geslaagd. De rechtbank oordeelt verder dat de inspecteur voor de jaren 2010 en 2011 geen ambtelijk verzuim heeft begaan. De informatie uit het opsporingsonderzoek heeft de Belastingdienst formeel pas bereikt nadat een verzoek ex. art. 55 AWR was ingediend bij het OM. Dit vormt een nieuw feit voor navordering. Dat medewerkers van de Belastingdienst die betrokken waren bij het opsporingsonderzoek van de politie de informatie al eerder in handen hadden, doet daaraan niet af. Deze ambtenaren hadden daarvoor namelijk een geheimhoudingsplicht. De rechtbank vermindert tenslotte de boeten wegens undue delay. In zoverre zijn de beroepen gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 4 mei

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen