Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur zich bij de btw-naheffing terecht baseert op de eigen kasadministratie van X bv. De vergrijpboete is ook terecht. Het mixpercentage van de tarieven is namelijk bijgesteld op persoonlijke aanwijzing van de dga. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X bv, exploiteert een tuincentrum. X bv is een dochter-bv van Q bv. Directeur-grootaandeelhouder daarvan is de heer Q. De negen dochter-bv's van Q bv exploiteren ieder een tuincentrum. X bv verkoopt goederen die onder het algemene btw-tarief vallen en goederen die onder het verlaagde btw-tarief van 6% vallen. Het lage tarief is met name van toepassing op planten. In 2004 komt er een klikbrief bij de Belastingdienst binnen. Naar aanleiding hiervan wordt een boekenonderzoek gestart. Het onderzoek bevestigt dat er wordt gesjoemeld met de btw-tarieven. In geschil is de naheffingsaanslag van € 244.777 en de 25% boete. Rechtbank Noord-Holland matigt de boete met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn. X bv gaat in hoger beroep. De uitspraak inzake het hoger beroep dat een andere dochter-bv van Q bv had aangespannen (zie V-N 2013/42.12), staat inmiddels onherroepelijk vast (art. 81 lid 1 Wet RO). Niet in geschil is dat het gemiddelde mixpercentage – zijnde het gemiddelde btw-tarief – voor tuincentra tenminste 12,5 bedraagt.

Hof Amsterdam (MK II, 3 juni 2016, 14/00221, V-N Vandaag 2016/1584) oordeelt dat de inspecteur zich bij de naheffing terecht baseert op de eigen kasadministratie van X bv. Het maakt niet uit dat artikelgroepen soms niet correct werden gebruikt, dat er problemen waren met de geheugencapaciteit van de kassa's en dat er fouten werden gemaakt bij de handmatige invoer van barcodes. Deze vermeende problemen zijn niet voldoende om de administratie niet langer als uitgangspunt te nemen voor de vaststelling van de verschuldigde btw. De handmatige fouten kunnen bovendien ook in het voordeel van X bv hebben gewerkt. De boete van 25% is terecht. Het mixpercentage is namelijk bijgesteld naar 10 op persoonlijke aanwijzing van de heer Q. De boete hoeft niet verder gematigd te worden. Het beroep van X bv is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling accijns (overgangsmaatregel wijziging heffing omzetbelasting op tabaksproducten) 16

Wet op de omzetbelasting 1968 26

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 4 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen