Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning van X aannemelijk heeft gemaakt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbenden zijn eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning waarvan de WOZ-waarde 2016 is vastgesteld op € 358.000. Belanghebbenden bepleiten in hoger beroep verlaging van de waarde naar € 287.000. Dit op basis van een wiskundige methode van regressieanalyse.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2018/766) oordeelt in navolging van de rechtbank dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning van X aannemelijk heeft gemaakt. Het hof merkt op dat ‘aannemelijk maken’ niet vereist dat de WOZ-waarde van de woning wiskundig wordt bewezen, dit voor zover dat al mogelijk is. De heffingsambtenaar heeft aan de op hem rustende bewijslast voldaan. De berekening op basis van een door belanghebbenden aangedragen wiskundige methode van regressieanalyse leidt niet tot een ander oordeel.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 6 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen