Hof 's-Hertogenbosch is het met de rechtbank eens dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor zover de uitgaven niet zijn gedekt door facturen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
De activiteiten van X bv bestaan uit holdingactiviteiten, het beheer van vermogen en het verlenen van managementdiensten. Naar aanleiding van een boekenonderzoek, stelt de inspecteur vast dat X (van btw) vrijgestelde rente ontvangt en dat de afgetrokken voorbelasting niet volledig wordt gedekt door facturen. Ook heeft X bv de btw in verband met de verkoop van een auto niet aangegeven. De inspecteur legt daarom btw-naheffingsaanslagen aan X bv op. De inspecteur houdt bij de berekening van de aftrekbare voorbelasting rekening met de vrijgestelde rente-inkomsten. X bv is het daar niet mee eens. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor zover de uitgaven niet zijn gedekt door facturen. De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag uiteindelijk nog wel.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2017/2543) is het met de rechtbank eens dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor zover de uitgaven niet zijn gedekt door facturen. Voor zover er wel sprake is van facturen, stelt het hof vast dat de btw op de facturen die op naam van de dga van X bv staan, niet aftrekbaar is. Ten aanzien van een LCD-scherm stelt het hof vast dat dit niet is gebezigd binnen het kader van de onderneming, en aftrek van de voorbelasting dus ook niet mogelijk is. Ook heeft de inspecteur terecht rekening gehouden met de vrijgestelde rente-inkomsten.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 15