Rechtbank Gelderland wijst het verzoek van X tot wraking van de behandeld rechter af.

Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen een uitspraak op bezwaar betreffende zijn WOZ-beschikking 2012 en tegen het uitblijven van een beslissing van de gemeente over de WOZ-beschikking 2013. Na ontvangst van het proces-verbaal van de zitting in beide zaken, besluit X de behandelende rechter te wraken.

Rechtbank Gelderland wijst het wrakingsverzoek van X af en overweegt daarbij als volgt. De stelling van X dat de rechter de schijn van partijdigheid heeft gewekt door hetgeen hij heeft vermeld in het  proces-verbaal berust op een onjuiste lezing van dat proces-verbaal. De rechter heeft nl. in het proces-verbaal de onverkoopbaarheid van de woning niet als feit willen benoemen, maar als stelling van X. De wrakingsgrond over het ontbreken van relevante stukken in de zaak die heeft geleid tot wraking van de rechter kan niet tot wraking leiden, nu het aan de rechter, die nog een beslissing moet nemen in deze zaken, is om te bepalen welke stukken aan het dossier worden toegevoegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:16

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen