Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar gemaakte vervoerskosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit, noch dat deze kosten meer bedragen dan een vergelijkbare belastingplichtige zonder ziekte of invaliditeit maakt.

X geeft in haar aangiften IB/PVV 2016, 2017 en 2018 bedragen aan specifieke zorgkosten aan die bestaan uit uitgaven voor vervoer, kleding en beddengoed en hulpmiddelen. De inspecteur staat slechts de uitgaven voor hulpmiddelen en een deel van de extra uitgaven voor kleding en beddengoed in aftrek toe. In geschil is of de rest van de specifieke zorgkosten in aftrek moeten worden toegestaan.

Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar gemaakte vervoerskosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit, noch dat deze kosten meer bedragen dan een vergelijkbare belastingplichtige zonder ziekte of invaliditeit maakt. Ook maakt zij niet aannemelijk dat de kosten van batterijen voor een gehoortoestel op haar drukken. Het hof verklaart X’ hoger beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 26 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

297

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen