Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van een recht van gebruik en bewoning. Er is sprake van huur, zodat de aanslag verhuurderheffing terecht is opgelegd.

X is een coöperatieve vereniging die na de Tweede Wereldoorlog is opgericht om een tussenvorm tussen kopen en huren te creëren voor mensen die niet in aanmerking kwamen voor de toenmalige woningwetwoningen en niet de middelen hadden om een koopwoning te kopen. De woningen van X mogen alleen worden gebruikt door haar leden. X maakt bezwaar tegen de door haar op aangifte voldane verhuurderheffing. Volgens X is er ten aanzien van de individuele leden namelijk sprake van een recht van gebruik en bewoning. Verder stelt X dat de woningen niet kwalificeren als huurwoningen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van een recht van gebruik en bewoning. De rechtbank verwijst daarbij naar de bepalingen uit de statuten van X, het huishoudelijk reglement en de individuele huurovereenkomsten. Verder merkt de rechtbank op dat ook niet is voldaan aan de vereisten voor het ontstaan van een recht van gebruik en bewoning, te weten de vestiging van dat recht door middel van een notariële akte. Ook verwerpt de rechtbank, onder verwijzing naar de huurovereenkomsten, de stelling van X dat er geen sprake is van woningen. Zowel in de individuele overeenkomsten tussen X en de huurders, de statuten, als het huishoudelijk reglement, is namelijk sprake van een huurovereenkomst. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen