X is netbeheerder en economisch eigenaar van gas- en elektriciteitsleidingen in de gemeente Geldermalsen. De heffingsambtenaar legt aanslagen 2013, 2014 en 2015 op. X voert aan dat zij geen belastingplichtige is op grond van art. 3 lid 1 dan wel lid 2 van de verordening en komt in beroep. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank verwijst naar haar eerdere uitspraken tussen X en andere gemeentes, waarbij dezelfde tekst over belastingplicht aan de orde was en waaruit volgt dat dat de uitleg die eiseres geeft aan artikel 3 verordening niet juist is. De rechtbank oordeelt vervolgens dat zij in hetgeen X heeft aangevoerd geen aanknopingspunten voor een ander oordeel. De omstandigheid dat de toelichting op het raadsvoorstel in dit geval minder uitgebreid is dan in de eerder door de rechtbank en door Gerechtshof Amsterdam berechte gevallen, maakt het oordeel niet anders. De rechtbank verwerpt de stelling dat het tarief onevenredig hoog en naar willekeur is vastgesteld en tevens de stellingen dat de aanslagen zouden zijn opgelegd i strijd met het vertrouwensbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. Omdat de aanslagen in stand blijven, is geen sprake van schade als gevolg van een onrechtmatig besluit en bestaat op grond daarvan geen recht op bestuurscompensatie in de zin van art. 8:88 Awb. De rechtbank wijst het verzoek daarom af.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 7 augustus