Hof Den Haag oordeelt in navolging van Rechtbank Den Haag dat X bv geen recht heeft op afdrachtvermindering onderwijs omdat de opleiding geen (onderdeel van een) erkende opleiding is. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X bv, begeleidt in het kader van een re-integratietraject (langdurig) werklozen met een uitkering naar de arbeidsmarkt. X bv neemt deze personen in dienst en begeleidt hen vervolgens om hen (uiteindelijk) te scholen tot startkwalificatieniveau. Na de opleiding bij X bv gaan deze personen werken bij een organisatie die thuiszorg, logeerhuizen en zorghotels exploiteert. X bv heeft op haar loonaangiften over de jaren 2009 en 2010 afdrachtvermindering onderwijs toegepast voor haar werknemers.

Hof Den Haag (MK I, 11 juli 2014, BK-13/00707 en BK-13/00708, V-N Vandaag 2014/1510) oordeelt in navolging van Rechtbank Den Haag dat X bv geen recht heeft op afdrachtvermindering onderwijs omdat de opleiding geen (onderdeel van een) erkende opleiding is. Dat X bv volledig voldoet aan de materiele (opleidings)eisen die zijn verbonden aan de afdrachtvermindering onderwijs, kan haar niet baten nu de formele eis van het hebben van een verklaring van de opleidingsinstelling een constitutief vereiste behelst (HR 20 juni 2014, nr. 13/03844, V-N 2014/31.19). In de gegeven omstandigheden acht het hof, anders dan de rechtbank, een boete niet op zijn plaats. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

3

Gerelateerde artikelen