Op bedrijfsmiddelen, zoals gebouwen, zal doorgaans worden afgeschreven. Daarbij geldt voor gebouwen wel een afschrijvingsbeperking tot aan de bodemwaarde. In het Belastingplan 2019 zal mogelijk een aanscherping van deze afschrijvingsbeperking worden opgenomen voor de vennootschapsbelasting.
Sinds 2007 is de afschrijving voor gebouwen beperkt. Dat geldt zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting. Gebouwen kunnen slechts tot de bodemwaarde worden afgeschreven. Deze bodemwaarde wordt als volgt vastgesteld:
• voor een gebouw dat bestemd is om direct of indirect hoofdzakelijk ter beschikking te worden gesteld aan een ander dan een met de belastingplichtige verbonden persoon of lichaam (gebouw ter belegging): de WOZ-waarde van het gebouw;
• voor een ander gebouw (gebouw in eigen gebruik): 50% van de WOZ-waarde.
Zodra de bodemwaarde is bereikt, is een verdere afschrijving niet meer mogelijk.
In het Regeerakkoord 2017-2021 hebben de coalitiepartijen vastgelegd dat met ingang van 1 januari 2019 in de vennootschapsbelasting de bodemwaarde voor gebouwen in eigen gebruik gelijk wordt aan de WOZ-waarde. In de vennootschapsbelasting geldt dan voor alle gebouwen dat de bodemwaarde gelijk is aan de WOZ-waarde, waardoor effectief niet of nauwelijks nog op gebouwen kan worden afgeschreven. In de inkomstenbelasting komt geen aanscherping van de afschrijvingsbeperking.
Wilt u meer weten over de afschrijvingsbeperking van gebouwen? Lees dan het gratis thema hierover op de Navigator.
Bron: Redactie TaxLive