De in 2017 door Trump ingestelde 'SALT-limiet' is geen schending van de grondwet, zo heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof besloten. Deze limiet houdt in dat Amerikanen tot en met 2025 jaarlijks maximaal 10.000 dollar aan staats- en lokale belastingen in aftrek mogen brengen op hun federale aangiften inkomstenbelasting. Voor die tijd was er geen limiet.
De rechters wezen het beroep van de staten New York, Connecticut, Maryland en New Jersey af. De vier staten klaagden de regering van Trump in 2018 aan en noemden de aftrekgrens een ongrondwettelijke poging van de federale regering om zich te bemoeien met de fiscale autonomie van de staten en om de democratisch georiënteerde staten te dwingen de lokale en staatsbelastingen te verlagen.
De SALT-limiet, de state and local tax deduction, maakte deel uit van een door Trump ondertekende en door de Republikeinen gesteunde belastingherziening (de Tax Cuts and Jobs Act) die het vennootschapsbelastingtarief verlaagde en een reductie van de inkomstenbelasting voor particulieren invoerde. De Democraten waren tegen de wet omdat het vooral de rijke Amerikanen zou bevoordelen. De meeste fiscale bepalingen van de wet uit 2017, waaronder de SALT-limiet, vervallen na 2025.
De Verenigde Staten van Amerika kent een belastingsysteem op afzonderlijke niveaus: de federale regering, de staat en lokale overheden. Staatsbelastingen en heffingen van lagere overheden worden via SALT over het algemeen behandeld als een aftrekbare uitgave voor de berekening van de federale inkomstenbelasting.
Bron: Reuters
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht