De Europese Commissie mag doorgaan met haar onderzoek naar mogelijk ongeoorloofde belastingafspraken tussen Nederland en sportkledingmerk Nike. Het Amerikaanse concern wilde dat het Gerecht van het Europese Hof van Justitie het onderzoek zou stopzetten, maar de op één na hoogste rechter van de EU ging niet mee in de bezwaren van Nike.

De Europese Commissie opende in 2019 een formeel onderzoek naar afspraken tussen de Nederlandse fiscus en afdelingen van Nike en dochterbedrijf Converse in Nederland. Volgens het dagelijkse EU-bestuur stond Nederland met die afspraken toe dat Nike via allerlei omwegen de winst waar belasting over betaald moest worden kunstmatig laag kon houden. Dat komt mogelijk neer op verboden staatssteun, vond de commissie.

Nike kwam in verzet tegen het onderzoek. Het sportmerk vond onder andere dat de Europese Commissie onvoldoende aanwijzingen had dat Nike via de belastingdeals, ook wel tax rulings genoemd, mogelijk een voorkeursbehandeling kreeg. EU-rechters wijzen dat bezwaar van de hand. Daarnaast gaat het om een ingewikkeld onderzoek, dus is het volgens het Gerecht niet redelijk om dit al in de beginfase aan te vechten.

De controversiële belastingafspraken uit 2006, 2010 en 2015 gingen over royalty's die de Nederlandse onderdelen van Nike en Converse aan andere bedrijfjes binnen de Nike-groep moesten betalen voor bijvoorbeeld merkrechten. Die kosten mocht Nike van het in Nederland belastbaar inkomen aftrekken. Maar de Europese Commissie vermoedt dat de prijzen die Nike-onderdelen in Nederland betaalden voor royalty's hoger zijn dan normaal zou zijn op de markt. Door toch akkoord te gaan met de royaltyprijzen, zou Nederland staatssteun hebben verleend.

Nike schrijft in een reactie zich aan dezelfde belastingregels te houden die gelden voor alle andere bedrijven die in Nederland actief zijn. "We vinden dat het onderzoek van de Europese Commissie ongegrond is." Het Nederlandse ministerie van Financiën, dat geen partij is in deze zaak, liet in 2019 weten mee te werken aan het onderzoek.

Eerder leed de Europese Commissie nog een pijnlijke nederlaag in een vergelijkbare zaak over belastingafspraken tussen Starbucks en Nederland. Volgens EU-mededingingscommissaris Margrethe Vestager genoot de koffieketen jarenlang oneerlijke belastingvoordelen, maar het Gerecht oordeelde in 2019 dat er fouten waren gemaakt bij die beoordeling.

Bron: Gerecht van de EU

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

3

Gerelateerde artikelen