Per 1 januari 2019 wordt de bestaande fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumentenpanden in de inkomstenbelasting omgezet in een subsidieregeling. Minister Van Engelshoven (OCW) heeft het conceptbesluit met de beleidsregels van deze nieuwe subsidieregeling naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het conceptbesluit bevat het Beleidskader van de nieuwe 'instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten'. Daarmee zijn de belangrijkste details van deze subsidieregeling bekend. Uit het beleidskader blijkt, kort weergegeven, het volgende:
- De subsidie voor de instandhouding van rijksmonumenten met een woonfunctie kan worden aangevraagd door particuliere eigenaren-bewoners (niet bedrijfsmatig) van rijksmonumenten.
- De kosten die worden gesubsidieerd kunnen voor zowel onderhouds- als restauratiewerkzaamheden zijn. De Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten vormt de basis voor subsidieverlening.
- De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten. Subsidieaanvragen waarbij de subsidiabele kosten lager zijn dan € 1.000,- komen niet voor subsidie in aanmerking.
- Voor subsidieverstrekking is jaarlijks in ieder geval € 40 miljoen beschikbaar. Als het aantal toe te wijzen subsidieaanvragen in enig jaar zo groot is dat dit beschikbare subsidiebedrag zou worden overschreden, wordt het subsidiepercentage van 35% naar beneden bijgesteld.
- Een eigenaar kan digitaal een subsidieaanvraag indienen in de periode van 1 maart tot en met 30 april, volgend op het kalenderjaar waarin het onderhoud is gedaan. Daarbij moet de aanvrager met gespecificeerde facturen van de werkzaamheden (bijvoorbeeld: facturen van aannemers, schilders, of loodgieters) aangeven op welke kosten uit de Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten zijn aanvraag betrekking heeft. Bij werkzaamheden van meer dan € 70.000 moet de aanvrager ook een inspectierapport meesturen. De aanvrager krijgt vervolgens binnen 13 weken bericht op zijn aanvraag.
- Per jaar kan per particuliere eigenaar-bewoner slechts één aanvraag worden ingediend.
Aan het begin van de zomer stuurde de minister de brief 'Erfgoed Telt' naar de Tweede Kamer, waarin zij een nadere uitwerking gaf van het erfgoedbeleid van dit kabinet.
Bron: Fiscaal+
2