"De Tozo-uitkering betreft een gezinsuitkering en wordt door aanvragers mét partner door beide partners aangevraagd. Daardoor telt de uitkering, die voor inkomsten voor het gezin zorgt, mee bij het inkomen van de partner en ontvangen beide partners voor de helft van de verstrekte gezinsuitkering een jaaropgave. De uitkering kan daarom gevolgen hebben voor de belastingen van de partners."

Dat antwoordt minister Koolmees van Sociale Zaken op vragen van Tweede Kamerlid Gijs van Dijk (PvdA) naar aanleiding van berichten in de media. De bewindsman weigert om deze ongelukkige uitkomst van de Tozo weg te nemen. Het fiscale nadeel doet zich overigens voornamelijk voor bij Tozo 1. Vanaf Tozo 2 (1 juni 2020) zal dit zich minder voordoen omdat toen de partnerinkomenstoets is ingevoerd.

In Tozo 1 is er geen rekening gehouden met het partnerinkomen waardoor niet precies bekend was hoeveel inkomsten deze partner had met het risico dat over het totale inkomen te weinig loonheffing is ingehouden en afgedragen aan de Belastingdienst. Op basis van de aangifte inkomstenbelasting 2020 bestaat daardoor de kans dat moet worden bijbetaald.

De minister merkt in zijn antwoorden op dat dit vooral zal voorkomen bij partners die een zodanig inkomen verdienen dat ze geen of minder recht hebben op loonheffingskorting of in een hogere belastingschijf zitten dan waar de gemeente van uit is gegaan. Verder zegt Koolmees dat de verdeling van de Tozo over de ondernemer en zijn partner in principe geen gevolgen heeft voor het recht op of de hoogte van de toeslagen van het huishouden. 

Tot slot vraagt Van Dijk de minister of hij de kinderalimentatie niet langer meer wil laten verrekenen met de Tozo-uitkering. Ook dat weigert Koolmees. "De wijze van verrekening is conform de Participatiewet", antwoordt hij.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Sociale zekerheid bijstand

Dossiers: Corona

130

Gerelateerde artikelen