De hele wetgeving rondom de eigenwoninglening wordt steeds ingewikkelder. Grote groepen belastingplichtigen zullen met een wirwar aan regels voor de eigenwoningschuld worden geconfronteerd. Regels die voor hen onbegrijpelijk en onuitvoerbaar zullen (blijken te) zijn. Dit laat de NOB weten in een commentaar op de Wet herziening fiscale behandeling eigen woning en de Wet verhuurderheffing.
Dat de voorgestelde regeling voor de eigenwoningschuld te complex is heeft volgens de NOB twee oorzaken:
- het feit dat op 31 december 2013 bestaande eigenwoningschulden worden ontzien (overgangsrecht), en
- het feit dat nieuwe eigenwoningschulden vanaf 1 januari 2013 in maximaal 30 jaar volledig moeten worden afgelost (aflossingseis).
Voorkeur voor civielrechtelijke oplossing
De NOB toont in het commentaar begrip voor het kabinet dat iets wil doen aan de enorme hypotheekschulden die huishoudens in de loop van de jaren hebben opgebouwd. Het fiscale instrumentarium is daarvoor echter niet geschikt. Het kabinet dat huishoudens wil dwingen om hypotheekschulden af te lossen, kan dit beter doen via civielrechtelijke regelgeving.
De Orde vindt ook dat de fiscale regelgeving zou moeten aansluiten op de regels uit de Gedragscode Hypothecaire Financiering. Nieuwe eigenwoningleningen zouden tot maximaal 50% moet worden afgelost en niet meer. Want waarom moet de fiscale regelgeving worden aangescherpt tot 0%, terwijl de Gedragscode Hypothecaire Financiering uitgaat van maximaal 50% aflossingsvrij lenen?
Kanttekeningen bij overgangsregime
Ook bij het voorgestelde overgangsregime voor op 31 december 2012 bestaande eigenwoningleningen plaatst de Orde de nodige kanttekeningen. Zo wordt voorgesteld dat partners na (echt)scheiding niet geheel vrij zijn om het aflossingsschema aan elkaar toe te delen. Dit maakt de regeling volgens de Orde alleen nog maar ingewikkelder.
Run op kapitaalverzekeringen eigen woning
Ook verwacht de Orde een run op kapitaalverzekeringen eigen woning, omdat bestaande aflossingsvrije hypotheekleningen niet meer in 2013 of later kunnen worden 'verzekerd' door een kapitaalverzekering (KEW/SEW/BEW). Huidige eigenwoningbezitters die niet met een restschuld willen blijven zitten, hebben na 2012 dus geen mogelijkheid meer om hun hypotheek af te lossen. Dat terwijl zij op dit moment die mogelijkheid wel hebben. De Orde vindt daarom dat het overgangsregime op dit punt moet worden verruimd, door de keuzemogelijkheden voor bestaande aflossingsvrije hypotheken te handhaven.
Wet verhuurderheffing
Voor wat betreft het Wetsvoorstel verhuurderheffing verzoekt de Orde aan Staatssecretaris Weekers van Financiën om aan te geven op welke wijze bezwaar en beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde doorwerkt naar de Wet verhuurderheffing. Een eigenaar kan immers bezwaar maken tegen de WOZ-waarde en zo nodig vervolgens beroep aantekenen. Het gevolg is een jarenlang geschil en welke WOZ-waarde vormt dan de grondslag voor de belastingheffing voor de nieuwe verhuurderheffing, zo vraagt de Orde zich af.
Ook vraagt de Orde zich af hoe voor de toepassing van de verhuurderbelasting moet worden omgegaan met personenvennootschappen, zoals de maatschap, vof en cv. Tot slot twijfelt de Orde over de legitimiteit van de tariefstijging in 2014, daar dit maar liefst 165x zo hoog is als het tarief voor 2013.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2012